
Het afgelopen jaar betaalden consumenten fors meer voor voedingsmiddelen. Hoewel de wereldmarktprijzen van onder meer granen en zuivel al een poos minder hard oplopen of zelfs dalen, stijgen de prijzen in de supermarkt onverminderd door.
Of de consument hier in 2023 dan wel van kan profiteren, is afhankelijk van de verdere ontwikkeling van grondstof- en energiekosten, de kosten voor personeel en verduurzaming en onderhandelingen tussen supermarkten en fabrikanten.
In november lagen de winkelprijzen van voedingsmiddelen gemiddeld 15,7 procent hoger dan in dezelfde maand vorig jaar. Terwijl de tarieven van andere producten en diensten zoals energie, motorbrandstoffen en kleding juist minder hard stijgen, gaan de prijsstijgingen van voedsel onverminderd door. Hierdoor ligt de voedselinflatie hoger dan de totale inflatie, die in november op 9,9 procent uitkwam.
De prijsstijgingen vinden vooral hun oorzaak in de oorlog in Oekraïne. Zo stijgen de kosten voor levensmiddelenfabrikanten als gevolg van hogere inkoopkosten voor energie, granen en zonnebloemolie. Zowel Rusland als Oekraïne zijn belangrijke producenten van tarwe en zonnebloemolie. Dit zorgt voor hogere prijzen van bijvoorbeeld pasta, brood en plantaardige oliën. Veel andere vetten en oliën, zoals margarine of olijfolie, zijn namelijk substituten voor zonnebloemolie en stijgen daardoor mee in het kielzog van de zonnebloemolieprijzen.
Zo kostte volgens de vergelijkingssite Supermarktscanner een kuipje margarine een jaar geleden 1,54 euro en betaalt de consument daar nu 2,32 euro voor. Een fles olijfolie kostte een jaar geleden 4,79 euro en nu 6,29 euro. Een fles zonnebloemolie is in een jaar tijd van 2,29 euro naar 3,69 euro gestegen. Dit zijn voorbeelden van specifieke producten uit specifieke supermarkten. Uiteraard geldt voor al deze voorbeelden dat er tussen merken, supermarkten en afgenomen hoeveelheden verschillen in prijs zijn.
Aangezien oliën in veel andere producten worden verwerkt, stijgen ook deze in prijs. Voorbeelden hiervan zijn chips, friet of koekjes.
Zuivel en vlees duurder
Ook de prijzen van dierlijke producten, zoals vlees en zuivel, lopen sterk op en ook hier speelt de oorlog in Oekraïne een grote rol. Veevoer is namelijk door de hoge graanprijzen een stuk duurder geworden en vormt een belangrijke kostenpost voor veehouders. Maar bij vlees en zuivel spelen meer oorzaken die niet tot de oorlog in Oekraïne zijn te herleiden. Bij deze producten zijn namelijk vraag en aanbod door andere oorzaken uit balans.
Zo is de prijs van melk niet alleen toegenomen vanwege de hogere veevoerkosten, maar ook omdat de vraag is toegenomen terwijl het aanbod van melk daar eerder dit jaar bij achterbleef. Als gevolg van het opheffen van de coronarestricties nam de vraag naar zuivel in Nederland en veel exportlanden begin dit jaar weer toe. Tegelijkertijd kampten veel melkveehouders in verschillende landen met extreme droogte. Die zorgde voor een lagere kwaliteit van gras en daardoor voor minder melkproductie.
Ook pluimveevlees en eieren stijgen sterk in prijs door een onbalans in vraag en aanbod. Voor een kilo kipfilet betaalden consumenten vorig jaar 7,49 euro tegen 9,99 euro vandaag. Voor een doosje scharreleieren is de prijs in een jaar tijd gestegen van 1,63 euro naar 2,75 euro. Een flink deel van deze prijsstijging is terug te voeren naar de vogelgriep. Grote producenten als Nederland, Spanje, Frankrijk en Duitsland worden geplaagd door uitbraken. De ziekte woedt in 38 landen, wat het de grootste golf ooit maakt.
Grondstofprijzen dalen weer
De prijzen voor energie en granen liggen nog steeds hoog, maar hebben hun hoogtepunt inmiddels achter zich gelaten. Zo lag de wereldmarktprijs van granen in november zo’n 10 procent onder het niveau van mei. De prijs die op de grondstoffenmarkt betaald wordt voor plantaardige oliën ligt zelfs al een derde onder het niveau van mei. Inmiddels stijgt het aanbod van melk weer, terwijl de vraag naar zuivelproducten door de lagere koopkracht juist afneemt. In veel landen die belangrijk zijn voor de afzet van zuivelproducten hebben consumenten minder te besteden door de hoge inflatie. Hoewel de prijs die boeren voor hun melk ontvangen nog wel hoger ligt dan vorig jaar, liggen de fabrieksprijzen van veel zuivelproducten als boter, kaas en melkpoeder wel lager dan vorig jaar rond deze tijd.
Lagere grondstofprijzen leiden nog niet daling supermarktprijzen
Hoewel de grondstofprijzen dus minder hard stijgen of zelfs dalen, stijgen de consumentenprijzen juist harder door. Prijsstijgingen en -dalingen werken namelijk vertraagd door in de keten en komen dus niet direct terecht bij de consument. Bij een gelijkblijvende marktsituatie zal een daling van de grondstof- en energieprijzen volgend jaar wel kunnen leiden tot lagere prijzen in de supermarkt. Toch is dit proces troebeler dan het in eerste instantie lijkt. Er zijn nog te veel onzekerheden rondom graan- energie en verpakkingsprijzen. Bovendien nemen de arbeidskosten toe, zorgt klimaatverandering voor extremere weersomstandigheden en volatielere oogsten en woedt de vogelgriep naar verwachting ook in 2023 nog in verschillende Europese landen. Verder zorgt verduurzaming en beleid om stikstof te reduceren voor veel onzekerheden, productiebeperkingen en hogere kosten bij boeren.
Daarnaast is het proces van onderhandeling tussen supermarkten en leveranciers van belang. Een aantal producenten heeft tijdens de sterke prijsstijgingen van grondstoffen eerder dit jaar fors moeten inleveren op de winstmarge. Om de marges weer op peil te krijgen en te kunnen investeren in bijvoorbeeld verduurzaming is een deel van deze bedrijven ondanks de gedaalde kosten niet in staat om hun prijzen te verlagen.
Consumenten letten veel meer op prijs
Supermarkten zullen aan de andere kant proberen de prijs zo laag mogelijk te houden om concurrerend te blijven. Door de dalende koopkracht letten consumenten veel meer op prijs. Daar profiteren supermarkten van die met name op prijs concurreren, zoals hard discounters. Tegelijk zullen supermarkten hun winstmarge op peil willen houden, wat betekent dat ze niet zonder meer alle prijzen verlagen. Zo kan bijvoorbeeld voor de strategie worden gekozen dat alleen die producten in prijs dalen waarvoor de consument graag naar de supermarkt komt, maar dat meer speciale producten juist wat hoger geprijsd zijn. Alleen wanneer de inkoopkosten substantieel dalen en supermarkten een hevige concurrentiestrijd ervaren, ligt een structurele daling van de winkelprijzen in het verschiet.
Een prijsstijging van bijna 16 procent voor voedingsmiddelen is zeer uitzonderlijk. Het is het resultaat van een perfecte storm: een ongunstige samenloop van veel verschillende factoren. Voor 2023 zullen de kosten van diverse grondstoffen lager liggen dan tijdens de piek dit jaar, maar wel degelijk op een hoog niveau blijven. Mede vanwege de vertraging van de doorwerking van de kostenontwikkeling bij producenten naar de prijs in de supermarkt en het oplopen van andere kosten als die voor personeel en verduurzaming zullen de prijzen in de eerste maanden van 2023 naar verwachting nog oplopen. Voor daarna wordt verwacht dat ze stagneren of zelfs licht dalen.
Lees verder in de foodsector
De Nederlandse foodsector is koploper op het gebied van arbeidsproductiviteit en innovatie. Robotisering, digitalisering en duurzaamheid zijn belangrijke thema’s waarop ondernemers zich onderscheiden ten opzichte van veel internationale concurrenten.